Gemeenten onzorgvuldig bij de bepaling van de WOZ-waarde

post-thumbnail-img

Uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie blijkt dat gemeenten niet nauwkeurig genoeg zijn bij het bepalen van de WOZ-waarde van woningen. Hierdoor zijn ze meer geld kwijt aan no-cure-no-pay-bureaus die met succes bezwaar maken.

Video: uitzending Kassa! Veel gemeenten doen het niet goed bij de waardebepaling.

In een beroepsprocedure zitten rechters te vaak tegenover slecht voorbereide taxateurs en juristen van een gemeente. Gemeenten moeten daarom investeren in hun informatieprocessen. Dit lieten geïnterviewde rechters weten in het opgestelde rapport. “Wanneer gemeenten bij de rechter niet goed kunnen uitleggen hoe een door het model vastgestelde WOZ-waarde zich verhoudt tot de woningen van de bezwaarmaker, zal de rechter deze niet in stand laten en meegaan in de argumenten die het no-cure-no-pay bureau (ncnp) aandraagt”, aldus Arjen Schep, bijzonder hoogleraar Heffingen van de Lokale Overheden aan de Erasmus Universiteit die het onderzoek heeft begeleid.

“De massaliteit van het proces en de wettelijke systematiek heeft tot gevolg dat gemeenten pas bij bezwaar en beroep goed kunnen kijken naar hoe de individuele woning afwijkt van de woningen waarmee in het model wordt vergeleken”, aldus Schep. De afgelopen jaren hadden steeds meer gemeenten kritiek op ncnp-bureaus vanwege de groeiende stapel bezwaarschriften en stijgende proceskostenvergoeding. Het onderzoek was bedoeld om te achterhalen of dit soort bureaus zich op grote schaal schuldig maken aan ongewenste praktijken. Dit is echter niet aangetoond.

uit cijfers van de Waarderingskamer blijkt dat in 2020 gemeenten maar liefst 75.000 bezwaarschriften op basis van ncnp ontvingen, tegen 51.000 het jaar daarvoor. De Waarderingskamer ziet namens de overheid toe op de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken. In 2019 keerden gemeenten ncnp-bureaus 12 miljoen euro uit aan proceskostenvergoeding. De uitgaven over 2020 zijn nog niet bekend. Deze kosten hebben mede tot gevolg dat de onroerendezaakbelasting (ozb) dit jaar flink is gestegen. De WOZ-waarde is van invloed op onder andere de hoogte van de ozb, waterschapsheffing en eigenwoningforfait die mensen betalen via de inkomstenbelasting. De WOZ-waarde telt ook mee in de huurprijs van huurwoningen. Huiseigenaren hopen daarom via ncnp-bureaus een vermindering van de WOZ-waarde te realiseren. Dit kan uiteindelijk leiden tot lagere lasten voor de bewoner.

Gemeenten denken na over een nieuwe manier van de WOZ-waarde vaststellen door middel van een waarde-klassenstelsel waarbij elke woning in een bepaalde categorie van woningwaardes valt. “Op die manier zouden we de kosten van ncnp-bureaus beter in de hand kunnen houden”, aldus beleidsmedewerker Robin Vonk. Momenteel staan dertien gemeenten onder verscherpt toezicht omdat de kwaliteit van de WOZ-uitvoering niet voldoet. Dit blijkt uit navraag bij de Waarderingskamer. Ondanks dat volgens de toezichthouder diverse andere gemeenten voldoende functioneren, laten ook deze gemeenten steken vallen bij bijvoorbeeld de afhandeling van het aantal bezwaarschriften. Uit het WODC-onderzoek blijkt dat kleinere gemeenten vaak beter werk afleveren dan grotere gemeenten.

Register-taxateurs die de WOZ-waarde vaststellen kunnen mogelijk gedwongen worden om nauwkeuriger hun werk te verrichten. Dit blijkt uit een recente uitspraak van het tuchtcollege van het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT), waarbij de betreffende register-taxateur die voor een landelijk ncnp-bureau woningen taxeert, dit niet had gedaan. Hiervoor heeft hij een boete ontvangen van 10.000 euro en een schorsing van een half jaar. Uit deze uitspraak blijkt onder meer dat taxateurs in bezwaar-en beroepsprocedures de woning inpandig moeten taxeren om een juiste WOZ-waarde vast te stellen. “Omdat bij dit register zowel taxateurs zijn aangesloten die taxeren voor gemeenten als voor ncnp-bureaus, kan deze uitspraak tot gevolg hebben dat ook gemeenten vaker in de woning moeten kijken om tot een goede waardebepaling te komen. Door dat in de bezwaarfase vaker te doen, kunnen beroepsprocedures bij de rechter worden voorkomen”, aldus bijzonder hoogleraar Arjen Schep.

bron: BNNVARA, Kassa

< Terug naar nieuwsoverzicht